naar hoofdtekst gaan

Een gewijzigd afdrukprofiel registreren

U kunt het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd in het Dialoogvenster Afdrukken een naam geven en registreren. U kunt het geregistreerde afdrukprofiel voor gebruik oproepen via Instellingen (Presets). U kunt het onnodige afdrukprofiel ook verwijderen.

De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt:

Een afdrukprofiel registreren

  1. Stel de gewenste items in het dialoogvenster Afdrukken in

  2. Selecteer Huidige instellingen opslaan... (Save Current Settings as Preset...) bij Instellingen (Presets)

  3. Sla de instellingen op

    Voer in het weergegeven dialoogvenster een naam in bij Vooraf ingestelde naam (Preset Name) en stel indien nodig Beschikbaar voor (Available For) in. Klik vervolgens op OK.

    Belangrijk

    • Er zijn ook afdrukinstellingen die niet kunnen worden opgeslagen als voorinstelling.

Een geregistreerd afdrukprofiel gebruiken

  1. Selecteer bij Instellingen (Presets) in het dialoogvenster Afdrukken de naam van het afdrukprofiel dat u wilt gebruiken.

    Het afdrukprofiel in het dialoogvenster Afdrukken zal worden bijgewerkt naar het opgeroepen afdrukprofiel.

Een afdrukprofiel verwijderen

  1. Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen

    Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken de optie Lijst met voorinstellingen bewerken... (Edit Preset List...) in het gedeelte Voorinstellingen (Presets). Selecteer vervolgens in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de naam van het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen.

  2. Verwijder het afdrukprofiel

    Klik op - en klik op OK. De geselecteerde afdrukprofielen worden verwijderd uit Instellingen (Presets).